Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De [32]geest eens mans zal [33]zijn krankheid ondersteunen; maar een [34]verslagen geest, [35]wie zal dien [36]opheffen? 32. Dat is moed, te weten die mannelijk en kloek is. Zie boven hfdst.15 vs.13. 33. Te weten, of zijns zelfs, als droefheid en vrees, of van zijn lichaam, als ziekte en smart. Deze alle wordt de kloekmoedige geest gezegd te ondersteunen als hij daarin den mens sterkt en troost, dat hij niet bezwijke. 34. Die zelf door zijn eigen, of zijns lichaams lijden terneder geworpen is. Vergelijk boven hfdst.15 vs.13, en de aantekening. 35. Alsof hij zeide: Niemand dan God. 36. Anders: dragen?